De a van anatomie

Met een beetje kennis van anatomie (van het bewegingsapparaat) in combinatie met training kom je een heel eind. Veel (namen van) oefeningen en bijbehorende bewegingen kunnen door middel van anatomie worden verklaard. Het helpt je bij het specifiek benoemen van lichaamsstructuren en (richtingen van) bewegingen. Ook helpt de kennis van anatomie je om goede, op wetenschap gebaseerde keuzes te maken bij bijvoorbeeld het opstellen van je trainingsprogramma.

De standaard anatomische positie

Om bij het bestuderen en beschrijven van het menselijk lichaam verwarring tussen voor, achter, boven en onder te voorkomen wordt er gebruik gemaakt van de standaard anatomische positie. Dit is een rechtopstaande mens, met de voeten bij elkaar (en de tenen voorwaarts gericht), met de armen langs de zijden hangend en de handpalmen voorwaarts gericht. Vanuit deze positie worden verderop ook de vlakken, assen en bewegingen van de gewrichten beschreven.

Vlakken en assen

Om het lichaam (en bijbehorende bewegingen) verder te verdelen worden er in de anatomie vlakken en assen gebruikt. Je kunt de vlakken zien als denkbeeldige doorsnedes van het lichaam. Een goed geheugensteuntje daarbij is dat een beweging altijd in een vlak en om een as wordt gemaakt.

Het sagittaal vlak

Het sagitale vlak verdeelt het lichaam in een linker- en rechterhelft. Dit hoeft niet precies het midden van het lichaam te zien, zie hiervoor het mediosagittaal vlak.

Het mediosagittaal (mediaan) vlak

Dit vlak verdeelt het lichaam over de navel en wervelkolom precies door het midden in twee gekijke helften.

Loodrecht op het sagittaal (en het mediosagittaal) vlak staat de transversale as.

Bewegingen in het sagittaal vlak / om de transversale as

  • flexie en extensie (knie, elleboog, wervelkolom)
  • antelexie en retroflexie (heup, schouder)
  • plantairflexie en dorsaalflexie (enkel)
  • palmairflexie en dorsaalflexie (pols)

Het frontaal vlak

Het frontaal vlak verdeelt het lichaam in een voor- en achterkant.

Loodrecht op het frontaal vlak staat de sagittale as.

Bewegingen in het frontaal vlak / om de sagittale as

  • abductie en adductie (heup, schouder)
  • ulnairabductie en radiaalabductie (pols)
  • lateroflexie (wervelkolom)

Het transversaal vlak

Het transversaal vlak verdeelt het lichaam in een boven- en onderkant.

Loodrecht op het transversaal vlak staat de longitudinale as.

Bewegingen in het transversaal vlak / om de longitudinale as

  • exorotatie en endorotatie (knie, schouder)
  • pronatie en supinatie (elleboog)
  • rotatie (wervelkolom)
← Terug naar overzicht